‘Volg de KIMO-richtlijn en bijna alles kan preventief’

Met de KIMO-richtlijn Mondzorg voor jeugdigen krijgt de aanpak van ernstige cariës in de melkdentitie een interessante wending. Tandarts-pedodontoloog Boukje Scholte-Scheepstra vertelt hoe je deze richtlijn in de praktijk kunt oppakken. Voor haar uitgebreidere toelichting – plus meer casuïstiek – ben je op vrijdag 8 november welkom op het NVM-najaarscongres 2024.

Kinderen zijn een boeiende doelgroep. Je moet vaak eerst hun vertrouwen winnen, dat lukt niet altijd in één keer. Maar àls het je lukt, krijg je meer voor elkaar dan je aanvankelijk dacht,” zegt tandarts-pedodontoloog Boukje Scholte- Scheepstra. Haar affiniteit voor werken met kinderen is duidelijk: ze praat er niet alleen enthousiast over, maar ze heeft zich er tijdens diverse opleidingen ook in gespecialiseerd. Tijdens en na haar studie tandheelkunde heeft ze bovendien kennisgemaakt met diverse behandelstrategieën en daar haar werkwijze op aangepast.

Kennis en inzichten

“Voordat ik tandheelkunde ging studeren, heb ik een jaar pedagogische wetenschappen gedaan. Daarnaast heb ik in de kinderopvang gewerkt. Tijdens mijn studie Tandheelkunde had ik al extra interesse voor het behandelen van kinderen. Nadat ik deze opleiding in 2014 afrondde, heb ik eerst een paar jaar gewerkt in zowel een algemene praktijk als ook in een kinderverwijspraktijk. Ik merkte dat ik de meeste voldoening haal uit de behandeling van kinderen. Dus besloot ik me daarin te verdiepen en volgde ik aan ACTA de driejarige postmaster pedodontologie. Gedurende deze post-master loop je wekelijks een dag extern stage, in mijn geval was dat drie jaar bij diverse centra voor bijzondere tandheelkunde (CBT). Tijdens deze stagedagen heb ik onder andere geleerd om het behandelplan specifiek op het kind zelf af te stemmen. Bij kinderen met een complexere casuïstiek lukt het bijvoorbeeld vaak niet om te saneren per kwadrant. Ik leerde ook over de kracht van samenwerken met andere disciplines, zoals een psycholoog – één van de meest leerzame samenwerkingen bij de CBT’s – en de doeltreffendheid van het gebruik van picto’s, waar ik een groot fan van ben. Tijdens de post-master liep ik tevens wekelijks een dag stage bij ACTA. Daar werd ik gestimuleerd om nieuwe technieken of behandelideeën toe te passen, zoals het werken met fullmask lachgas of de sterkere zilverdiaminefluoride (ZDF). Ook werk je hier regelmatig samen met andere afdelingen, zoals orthodontie of endodontologie. Op basis van zulke kennis en inzichten kies je uiteindelijk de werkwijze die bij je past.”